RONDJE VOORTHUIZEN BOLUSLIKEUR 0.20 LTR.

9,65

Artikelnummer: 9480400000076 Categorie: Tag:
Beschrijving

Beschrijving

RONDJE VOORTHUISEN BOLUSLIKEUR 0.20 LTR. (Haantje Pik)

Een Zeeuwse Bolus is een zoet gesuikerd broodje dat oorspronkelijk afkomstig is uit de provincie Zeeland, met wortels in Spanje en Portugal. Bolussen worden gebakken van luxe wit brooddeeg dat tot een streng door donkere of lichtere bruine basterdsuiker wordt uitgerold en daarna wordt opgerold in een soort spiraalvorm. De kleur van het suikermengsel bepaalt grotendeels de uiteindelijke kleur van de bolus. Veel bakkers vormen de bolus naar eigen inzicht; de meesten hebben een eigen recept en bereidingswijze. Met name het suikermengsel om de bolusstrengen in uit te rollen verschilt per streek en bakker. Vaak wordt daar ook kaneel aan toegevoegd, maar niet iedere bakker doet dit. Het draaien van de spiraal gebeurt met een uiteinde van de deegstreng tussen duim en wijsvinger. Bolussen worden vaak bij de koffie genuttigd, waarbij de (vlakkere) onderzijde meestal met wat boter besmeerd wordt. Deze Bolus likeur smaakt heerlijk naast een bakje koffie.

Geschiedenis van de Bolus

De bolus wordt gezien als van origine Joods en is door Joden over grote delen van de wereld verspreid. Het zijn vaak Joodse bakkers die ze maken. In New York worden in tal van delicatessenwinkels bolussen verkocht, even stroperig en mals als die van Zeeuwse bakkers, maar zoeter en tot wel twee keer zo groot. In Jeruzalem worden op veel plaatsen bolussen aangeboden. In Moskou drijven twee Joodse families drie bakkerijen die kleinere bolussen verkopen. Ook in Parijs en in Zuid-Frankrijk zijn Joodse bakkers te vinden met bolussen in het assortiment.

In Zeeland werd de bolus voor het eerst gebakken in de eerste helft van de 17e eeuw door Sefardische bakkers. Vooral kapitaalkrachtige Sefardische joden ontvluchtten Spanje en Portugal aan het einde van de 16e eeuw omdat ze door het nieuwe katholieke gezag werden vervolgd. Zij trokken naar het noordwesten van Europa, zoals Antwerpen, Amsterdam en Middelburg. Een Joodse begraafplaats in Middelburg herinnert nog aan de Portugees-joodse gemeenschap die daar toen leefde. Het waren deze bakkers die het fundament legden voor de Zeeuwse bolus. Enerzijds brachten ze hun eetcultuur en spijsvoorschriften mee, anderzijds moesten ze zich ook aanpassen aan de heersende eetgewoonten. Sommige veranderingen werden veroorzaakt door een beperkte beschikbaarheid of hoge prijs van ingrediënten. Het feestgebak dat in de landen van hun oorsprong in allerlei varianten werd gemaakt bestond uit gistdeeg met daarin rozijnen of sukade, dat werd gefrituurd of gebakken. Dit wordt wel gezien als de basis van de huidige (Zeeuwse) bolus. Het is niet terug te vinden wanneer de verspreiding vanuit Middelburg over heel Zeeland heeft plaatsgevonden.

De moderne Zeeuwse bakkers verstaan nog steeds de kunst van het bakken van een goede bolus. Soms worden stoomovens gebruikt om te komen tot de typische malsheid. Zowel de ingrediënten als de bereidingswijze zijn bepalend voor de kwaliteit van het product. In verschillende streken van Zeeland worden ook nog andere benamingen voor de bolus gebruikt, zoals ‘draaikoek’, ‘drolle(n)’ (in Zeeuws-Vlaanderen), ‘jikkemiene’ (in de Bevelanden) en ‘draoier’ of ‘stropiedraoier’ (op Walcheren). In Middelburg, Arnemuiden en Veere wordt ook wel gesproken van ‘koekedraoiomme’, ook hier is een verband met de bereidingswijze. Bij een dialectverkiezing werd ooit de aanduiding ‘klevende liefde’ als mooiste gekozen.